‘Daar heb je Jolanda, met Pien en Sterre. Die kinderen worden weer gedumpt op het kinderdagverblijf. Ik vind het zo zielig als kinderen meer dan 2 dagen naar opvang moeten!’, zegt een moeder op het schoolplein van een brede school. ‘Nou inderdaad, als je kinderen neemt, moet je er ook zelf voor zorgen. Of regel wat met opa en oma’, klinkt de bijval van een andere moeder.
Van ‘ontslag bij huwelijk’ naar ‘economische en mentale onafhankelijkheid’
De kinderopvang in Nederland is nog relatief jong. Het gezin als de hoeksteen van de samenleving, vader zorgde voor inkomen, moeder was thuis en zorgde voor de kinderen. In die tijd werden ‘kinderbewaarplaatsen’ gezien als noodzakelijk kwaad voor ontwrichte gezinnen, alleenstaande moeders en gezinnen in geldnood. Tot aan 1956 werden vrouwen zelfs ontslagen op de dag na hun huwelijk, zodat ze huisvrouw en moeder konden worden. Pas begin jaren 60 ontstond de behoefte aan professionele kinderopvang, enerzijds vanwege de arbeidsparticipatie van vrouwen, anderzijds vanwege de kleiner wordende gezinnen waarbij moeders het belang inzagen van het ’samen spelen’ voor hun kinderen.
De kinderopvang krijgt pas écht een ontwikkeling vanaf de ‘zero’s’, wanneer de Wet Kinderopvang zorgt voor een eenduidige pedagogische opdracht aan de branche. Werken in de kinderopvang wordt een vak en kinderopvang is daarmee meer dan een arbeidsinstrument geworden. En daar heeft de overheid geld voor over.
Structuur en rust
Sommigen ervaren en zien kinderopvang voor meer dan 2 dagen zielig voor de kinderen. Liever kiezen ouders voor een dagje opvang, een dagje opa en oma en daarna nog een dagje bij de andere opa en oma.
Uit onderzoek blijkt dat juist deze constructie voor veel onrust zorgt met name voor het jonge kind. En welke eisen stel je aan de opvoeding door de familie?
Daarmee wordt de keuze voor kinderopvang, met regelmaat en professionele begeleiding een verantwoorde keuze.
Oppassers werken in de dierentuin uit een prentenboek
Blijkbaar bestaat hier het beeld dat in de kinderopvang op kinderen wordt ‘gepast’. Dat beeld doet ernstig tekort aan de waarde die kinderopvang in Nederland heeft. Oppassers werken niet in de kinderopvang, maar in de dierentuin van een prentenboek. Er wordt meer dan alleen een natje, een droogje en een toeziend oog geboden. Kinderen krijgen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen, in het tempo dat bij hen past en met de professionele begeleiding die hen daar het best bij helpt. Medewerkers in de kinderopvang zijn constructief bezig om kinderen sociale en cognitieve vaardigheden op te laten doen. Juist nu er kleinere gezinnen ontstaan, is de kinderopvang waardevol: kinderen leren hier op jonge leeftijd al met grenzen omgaan, delen en ze leren met leeftijdsgenootjes omgaan. Hier wordt een basis gelegd voor hun toekomst. Niet alleen op een kinderdagverblijf of een peuteropvang, maar ook op een BSO is de kinderopvang van toegevoegde waarde. Hier leren kinderen hun vaardigheden en talenten ontdekken, verbreden en verdiepen. Ze hebben een leuke middag, die zonder dat ze dat zelf merken hen heel veel leert.
Je gaat toch ook niet naar een dokter die zijn vak niet bijhoudt?
In de kinderopvang mag je alleen werken met een pedagogische opleiding, kinderopvang is immers een vak. Bij SKG stellen we zelfs hogere eisen: onze medewerkers houden door middel van de verplichte permanente educatie hun kennis op peil. En dat is van groot belang: de inzichten over de ontwikkeling van het jonge brein breiden zich steeds verder uit. Onze pedagogisch medewerkers kunnen het verschil maken. Terwijl zij zorgen voor een warme en veilige opvang, kunt u met een gerust hart naar uw werk!
![]() |
Bereken hier wat uw netto bijdrage wordt. |
Het Servicebureau is op werkdagen bereikbaar van 08:30-12:30 uur
Telefoonnummer:
0183-660692
Adres:
Papland 4a
4206 CL Gorinchem
Mail ons
Voor inschrijvingen is het Servicebureau het aanspreekpunt.